NL.png publiceren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • publiceren

O.t.t. (Present)

  • publiceerde
  • publiceerde
  • publiceerde
  • publiceerde
  • publiceerden
  • publiceerden
  • publiceerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal publiceren
  • zult publiceren
  • zal publiceren
  • zult publiceren
  • zult publiceren
  • zullen publiceren
  • zullen publiceren

O.t.t.t. (Future)

  • had gepubliceerd
  • had gepubliceerd
  • had gepubliceerd
  • had gepubliceerd
  • hadden gepubliceerd
  • hadden gepubliceerd
  • hadden gepubliceerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gepubliceerd
  • hebt gepubliceerd
  • heeft gepubliceerd
  • hebt gepubliceerd
  • hebben gepubliceerd
  • hebben gepubliceerd
  • hebben gepubliceerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gepubliceerd hebben
  • zult gepubliceerd hebben
  • zal gepubliceerd hebben
  • zult gepubliceerd hebben
  • zult gepubliceerd hebben
  • zullen gepubliceerd hebben
  • zullen gepubliceerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gepubliceerd hebben
  • zou gepubliceerd hebben
  • zou gepubliceerd hebben
  • zou gepubliceerd hebben
  • zouden gepubliceerd hebben
  • zouden gepubliceerd hebben
  • zouden gepubliceerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gepubliceerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gepubliceerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gepubliceerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gepubliceerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gepubliceerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gepubliceerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gepubliceerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gepubliceerd zijn
  •