INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- plunderde
- plunderde
- plunderde
- plunderde
- plunderden
- plunderden
- plunderden
O.v.t. (Past)
- zal plunderen
- zult plunderen
- zal plunderen
- zult plunderen
- zult plunderen
- zullen plunderen
- zullen plunderen
O.t.t.t. (Future)
- had geplunderd
- had geplunderd
- had geplunderd
- had geplunderd
- hadden geplunderd
- hadden geplunderd
- hadden geplunderd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geplunderd
- hebt geplunderd
- heeft geplunderd
- hebt geplunderd
- hebben geplunderd
- hebben geplunderd
- hebben geplunderd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geplunderd hebben
- zult geplunderd hebben
- zal geplunderd hebben
- zult geplunderd hebben
- zult geplunderd hebben
- zullen geplunderd hebben
- zullen geplunderd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geplunderd hebben
- zou geplunderd hebben
- zou geplunderd hebben
- zou geplunderd hebben
- zouden geplunderd hebben
- zouden geplunderd hebben
- zouden geplunderd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)