INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- peinsde
- peinsde
- peinsde
- peinsde
- peinsden
- peinsden
- peinsden
O.v.t. (Past)
- zal peinzen
- zult peinzen
- zal peinzen
- zult peinzen
- zult peinzen
- zullen peinzen
- zullen peinzen
O.t.t.t. (Future)
- had gepeinsd
- had gepeinsd
- had gepeinsd
- had gepeinsd
- hadden gepeinsd
- hadden gepeinsd
- hadden gepeinsd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gepeinsd
- hebt gepeinsd
- heeft gepeinsd
- hebt gepeinsd
- hebben gepeinsd
- hebben gepeinsd
- hebben gepeinsd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gepeinsd hebben
- zult gepeinsd hebben
- zal gepeinsd hebben
- zult gepeinsd hebben
- zult gepeinsd hebben
- zullen gepeinsd hebben
- zullen gepeinsd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gepeinsd hebben
- zou gepeinsd hebben
- zou gepeinsd hebben
- zou gepeinsd hebben
- zouden gepeinsd hebben
- zouden gepeinsd hebben
- zouden gepeinsd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)