NL.png parodiëren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • parodiëren

O.t.t. (Present)

  • parodieerde
  • parodieerde
  • parodieerde
  • parodieerde
  • parodieerden
  • parodieerden
  • parodieerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal parodiëren
  • zult parodiëren
  • zal parodiëren
  • zult parodiëren
  • zult parodiëren
  • zullen parodiëren
  • zullen parodiëren

O.t.t.t. (Future)

  • had geparodieerd
  • had geparodieerd
  • had geparodieerd
  • had geparodieerd
  • hadden geparodieerd
  • hadden geparodieerd
  • hadden geparodieerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geparodieerd
  • hebt geparodieerd
  • heeft geparodieerd
  • hebt geparodieerd
  • hebben geparodieerd
  • hebben geparodieerd
  • hebben geparodieerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geparodieerd hebben
  • zult geparodieerd hebben
  • zal geparodieerd hebben
  • zult geparodieerd hebben
  • zult geparodieerd hebben
  • zullen geparodieerd hebben
  • zullen geparodieerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geparodieerd hebben
  • zou geparodieerd hebben
  • zou geparodieerd hebben
  • zou geparodieerd hebben
  • zouden geparodieerd hebben
  • zouden geparodieerd hebben
  • zouden geparodieerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geparodieerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geparodieerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geparodieerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geparodieerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geparodieerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geparodieerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geparodieerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geparodieerd zijn
  •