NL.png parafraseren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • parafraseren

O.t.t. (Present)

  • parafraseerde
  • parafraseerde
  • parafraseerde
  • parafraseerde
  • parafraseerden
  • parafraseerden
  • parafraseerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal parafraseren
  • zult parafraseren
  • zal parafraseren
  • zult parafraseren
  • zult parafraseren
  • zullen parafraseren
  • zullen parafraseren

O.t.t.t. (Future)

  • had geparafraseerd
  • had geparafraseerd
  • had geparafraseerd
  • had geparafraseerd
  • hadden geparafraseerd
  • hadden geparafraseerd
  • hadden geparafraseerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geparafraseerd
  • hebt geparafraseerd
  • heeft geparafraseerd
  • hebt geparafraseerd
  • hebben geparafraseerd
  • hebben geparafraseerd
  • hebben geparafraseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geparafraseerd hebben
  • zult geparafraseerd hebben
  • zal geparafraseerd hebben
  • zult geparafraseerd hebben
  • zult geparafraseerd hebben
  • zullen geparafraseerd hebben
  • zullen geparafraseerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geparafraseerd hebben
  • zou geparafraseerd hebben
  • zou geparafraseerd hebben
  • zou geparafraseerd hebben
  • zouden geparafraseerd hebben
  • zouden geparafraseerd hebben
  • zouden geparafraseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geparafraseerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geparafraseerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geparafraseerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geparafraseerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geparafraseerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geparafraseerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geparafraseerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geparafraseerd zijn
  •