NL.png ontwerpen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • ontwerpen

O.t.t. (Present)

  • ontwierp
  • ontwierp
  • ontwierp
  • ontwierp
  • ontwierpen
  • ontwierpen
  • ontwierpen
 

O.v.t. (Past)

  • zal ontwerpen
  • zult ontwerpen
  • zal ontwerpen
  • zult ontwerpen
  • zult ontwerpen
  • zullen ontwerpen
  • zullen ontwerpen

O.t.t.t. (Future)

  • had ontwerpen
  • had ontwerpen
  • had ontwerpen
  • had ontwerpen
  • hadden ontwerpen
  • hadden ontwerpen
  • hadden ontwerpen
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb ontwerpen
  • hebt ontwerpen
  • heeft ontwerpen
  • hebt ontwerpen
  • hebben ontwerpen
  • hebben ontwerpen
  • hebben ontwerpen

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal ontwerpen hebben
  • zult ontwerpen hebben
  • zal ontwerpen hebben
  • zult ontwerpen hebben
  • zult ontwerpen hebben
  • zullen ontwerpen hebben
  • zullen ontwerpen hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou ontwerpen hebben
  • zou ontwerpen hebben
  • zou ontwerpen hebben
  • zou ontwerpen hebben
  • zouden ontwerpen hebben
  • zouden ontwerpen hebben
  • zouden ontwerpen hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden ontwerpen
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden ontwerpen
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen ontwerpen worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden ontwerpen worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn ontwerpen
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was ontwerpen
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen ontwerpen zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden ontwerpen zijn
  •