INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• ondertitelen

O.t.t. (Present)

• ondertitelde
• ondertitelde
• ondertitelde
• ondertitelde
• ondertitelden
• ondertitelden
• ondertitelden

O.v.t. (Past)

• zal ondertitelen
• zult ondertitelen
• zal ondertitelen
• zult ondertitelen
• zult ondertitelen
• zullen ondertitelen
• zullen ondertitelen

O.t.t.t. (Future)

• had ondertiteld
• had ondertiteld
• had ondertiteld
• had ondertiteld
• hadden ondertiteld
• hadden ondertiteld
• hadden ondertiteld

O.v.t.t. (Condicional)

• heb ondertiteld
• hebt ondertiteld
• heeft ondertiteld
• hebt ondertiteld
• hebben ondertiteld
• hebben ondertiteld
• hebben ondertiteld

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal ondertiteld hebben
• zult ondertiteld hebben
• zal ondertiteld hebben
• zult ondertiteld hebben
• zult ondertiteld hebben
• zullen ondertiteld hebben
• zullen ondertiteld hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou ondertiteld hebben
• zou ondertiteld hebben
• zou ondertiteld hebben
• zou ondertiteld hebben
• zouden ondertiteld hebben
• zouden ondertiteld hebben
• zouden ondertiteld hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden ondertiteld
•  

O.v.t. (Past)

• worden ondertiteld
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen ondertiteld worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden ondertiteld worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn ondertiteld
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was ondertiteld
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen ondertiteld zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden ondertiteld zijn
•