NL.png ondernemen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • ondernemen

O.t.t. (Present)

  • ondernam
  • ondernam
  • ondernam
  • ondernam
  • ondernamen
  • ondernamen
  • ondernamen
 

O.v.t. (Past)

  • zal ondernemen
  • zult ondernemen
  • zal ondernemen
  • zult ondernemen
  • zult ondernemen
  • zullen ondernemen
  • zullen ondernemen

O.t.t.t. (Future)

  • had ondernomen
  • had ondernomen
  • had ondernomen
  • had ondernomen
  • hadden ondernomen
  • hadden ondernomen
  • hadden ondernomen
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb ondernomen
  • hebt ondernomen
  • heeft ondernomen
  • hebt ondernomen
  • hebben ondernomen
  • hebben ondernomen
  • hebben ondernomen

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal ondernomen hebben
  • zult ondernomen hebben
  • zal ondernomen hebben
  • zult ondernomen hebben
  • zult ondernomen hebben
  • zullen ondernomen hebben
  • zullen ondernomen hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou ondernomen hebben
  • zou ondernomen hebben
  • zou ondernomen hebben
  • zou ondernomen hebben
  • zouden ondernomen hebben
  • zouden ondernomen hebben
  • zouden ondernomen hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden ondernomen
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden ondernomen
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen ondernomen worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden ondernomen worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn ondernomen
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was ondernomen
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen ondernomen zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden ondernomen zijn
  •