INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- mepte
- mepte
- mepte
- mepte
- mepten
- mepten
- mepten
O.v.t. (Past)
- zal meppen
- zult meppen
- zal meppen
- zult meppen
- zult meppen
- zullen meppen
- zullen meppen
O.t.t.t. (Future)
- had gemept
- had gemept
- had gemept
- had gemept
- hadden gemept
- hadden gemept
- hadden gemept
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemept
- hebt gemept
- heeft gemept
- hebt gemept
- hebben gemept
- hebben gemept
- hebben gemept
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemept hebben
- zult gemept hebben
- zal gemept hebben
- zult gemept hebben
- zult gemept hebben
- zullen gemept hebben
- zullen gemept hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemept hebben
- zou gemept hebben
- zou gemept hebben
- zou gemept hebben
- zouden gemept hebben
- zouden gemept hebben
- zouden gemept hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)