NL.png hypnotiseren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • hypnotiseren

O.t.t. (Present)

  • hypnotiseerde
  • hypnotiseerde
  • hypnotiseerde
  • hypnotiseerde
  • hypnotiseerden
  • hypnotiseerden
  • hypnotiseerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal hypnotiseren
  • zult hypnotiseren
  • zal hypnotiseren
  • zult hypnotiseren
  • zult hypnotiseren
  • zullen hypnotiseren
  • zullen hypnotiseren

O.t.t.t. (Future)

  • had gehypnotiseerd
  • had gehypnotiseerd
  • had gehypnotiseerd
  • had gehypnotiseerd
  • hadden gehypnotiseerd
  • hadden gehypnotiseerd
  • hadden gehypnotiseerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gehypnotiseerd
  • hebt gehypnotiseerd
  • heeft gehypnotiseerd
  • hebt gehypnotiseerd
  • hebben gehypnotiseerd
  • hebben gehypnotiseerd
  • hebben gehypnotiseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gehypnotiseerd hebben
  • zult gehypnotiseerd hebben
  • zal gehypnotiseerd hebben
  • zult gehypnotiseerd hebben
  • zult gehypnotiseerd hebben
  • zullen gehypnotiseerd hebben
  • zullen gehypnotiseerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gehypnotiseerd hebben
  • zou gehypnotiseerd hebben
  • zou gehypnotiseerd hebben
  • zou gehypnotiseerd hebben
  • zouden gehypnotiseerd hebben
  • zouden gehypnotiseerd hebben
  • zouden gehypnotiseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gehypnotiseerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gehypnotiseerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gehypnotiseerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gehypnotiseerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gehypnotiseerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gehypnotiseerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gehypnotiseerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gehypnotiseerd zijn
  •