INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- huiverde
- huiverde
- huiverde
- huiverde
- huiverden
- huiverden
- huiverden
O.v.t. (Past)
- zal huiveren
- zult huiveren
- zal huiveren
- zult huiveren
- zult huiveren
- zullen huiveren
- zullen huiveren
O.t.t.t. (Future)
- had gehuiverd
- had gehuiverd
- had gehuiverd
- had gehuiverd
- hadden gehuiverd
- hadden gehuiverd
- hadden gehuiverd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gehuiverd
- hebt gehuiverd
- heeft gehuiverd
- hebt gehuiverd
- hebben gehuiverd
- hebben gehuiverd
- hebben gehuiverd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gehuiverd hebben
- zult gehuiverd hebben
- zal gehuiverd hebben
- zult gehuiverd hebben
- zult gehuiverd hebben
- zullen gehuiverd hebben
- zullen gehuiverd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gehuiverd hebben
- zou gehuiverd hebben
- zou gehuiverd hebben
- zou gehuiverd hebben
- zouden gehuiverd hebben
- zouden gehuiverd hebben
- zouden gehuiverd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)