INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- hanteerde
- hanteerde
- hanteerde
- hanteerde
- hanteerden
- hanteerden
- hanteerden
O.v.t. (Past)
- zal hanteren
- zult hanteren
- zal hanteren
- zult hanteren
- zult hanteren
- zullen hanteren
- zullen hanteren
O.t.t.t. (Future)
- had gehanteerd
- had gehanteerd
- had gehanteerd
- had gehanteerd
- hadden gehanteerd
- hadden gehanteerd
- hadden gehanteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gehanteerd
- hebt gehanteerd
- heeft gehanteerd
- hebt gehanteerd
- hebben gehanteerd
- hebben gehanteerd
- hebben gehanteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gehanteerd hebben
- zult gehanteerd hebben
- zal gehanteerd hebben
- zult gehanteerd hebben
- zult gehanteerd hebben
- zullen gehanteerd hebben
- zullen gehanteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gehanteerd hebben
- zou gehanteerd hebben
- zou gehanteerd hebben
- zou gehanteerd hebben
- zouden gehanteerd hebben
- zouden gehanteerd hebben
- zouden gehanteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)