INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- erfde
- erfde
- erfde
- erfde
- erfden
- erfden
- erfden
O.v.t. (Past)
- zal erven
- zult erven
- zal erven
- zult erven
- zult erven
- zullen erven
- zullen erven
O.t.t.t. (Future)
- had geërfd
- had geërfd
- had geërfd
- had geërfd
- hadden geërfd
- hadden geërfd
- hadden geërfd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geërfd
- hebt geërfd
- heeft geërfd
- hebt geërfd
- hebben geërfd
- hebben geërfd
- hebben geërfd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geërfd hebben
- zult geërfd hebben
- zal geërfd hebben
- zult geërfd hebben
- zult geërfd hebben
- zullen geërfd hebben
- zullen geërfd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geërfd hebben
- zou geërfd hebben
- zou geërfd hebben
- zou geërfd hebben
- zouden geërfd hebben
- zouden geërfd hebben
- zouden geërfd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)