NL.png endosseren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • endosseren

O.t.t. (Present)

  • endosseerde
  • endosseerde
  • endosseerde
  • endosseerde
  • endosseerden
  • endosseerden
  • endosseerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal endosseren
  • zult endosseren
  • zal endosseren
  • zult endosseren
  • zult endosseren
  • zullen endosseren
  • zullen endosseren

O.t.t.t. (Future)

  • had geëndosseerd
  • had geëndosseerd
  • had geëndosseerd
  • had geëndosseerd
  • hadden geëndosseerd
  • hadden geëndosseerd
  • hadden geëndosseerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geëndosseerd
  • hebt geëndosseerd
  • heeft geëndosseerd
  • hebt geëndosseerd
  • hebben geëndosseerd
  • hebben geëndosseerd
  • hebben geëndosseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geëndosseerd hebben
  • zult geëndosseerd hebben
  • zal geëndosseerd hebben
  • zult geëndosseerd hebben
  • zult geëndosseerd hebben
  • zullen geëndosseerd hebben
  • zullen geëndosseerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geëndosseerd hebben
  • zou geëndosseerd hebben
  • zou geëndosseeerd hebben
  • zou geëndosseerd hebben
  • zouden geëndosseerd hebben
  • zouden geëndosseerd hebben
  • zouden geëndosseeerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geëndosseerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geëndosseerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geëndosseerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geëndosseerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geëndosseerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geëndosseerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geëndosseerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geëndosseerd zijn
  •