NL.png elimineren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • elimineren

O.t.t. (Present)

  • elimineerde
  • elimineerde
  • elimineerde
  • elimineerde
  • elimineerden
  • elimineerden
  • elimineerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal elimineren
  • zult elimineren
  • zal elimineren
  • zult elimineren
  • zult elimineren
  • zullen elimineren
  • zullen elimineren

O.t.t.t. (Future)

  • had geëlimineerd
  • had geëlimineerd
  • had geëlimineerd
  • had geëlimineerd
  • hadden geëlimineerd
  • hadden geëlimineerd
  • hadden geëlimineerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geëlimineerd
  • hebt geëlimineerd
  • heeft geëlimineerd
  • hebt geëlimineerd
  • hebben geëlimineerd
  • hebben geëlimineerd
  • hebben geëlimineerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geëlimineerd hebben
  • zult geëlimineerd hebben
  • zal geëlimineerd hebben
  • zult geëlimineerd hebben
  • zult geëlimineerd hebben
  • zullen geëlimineerd hebben
  • zullen geëlimineerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geëlimineerd hebben
  • zou geëlimineerd hebben
  • zou geëlimineerd hebben
  • zou geëlimineerd hebben
  • zouden geëlimineerd hebben
  • zouden geëlimineerd hebben
  • zouden geëlimineerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geëlimineerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geëlimineerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geëlimineerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geëlimineerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geëlimineerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geëlimineerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geëlimineerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geëlimineerd zijn
  •