NL.png dwarsbomen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • dwarsbomen

O.t.t. (Present)

  • dwarsboomde
  • dwarsboomde
  • dwarsboomde
  • dwarsboomde
  • dwarsboomden
  • dwarsboomden
  • dwarsboomden
 

O.v.t. (Past)

  • zal dwarsbomen
  • zult dwarsbomen
  • zal dwarsbomen
  • zult dwarsbomen
  • zult dwarsbomen
  • zullen dwarsbomen
  • zullen dwarsbomen

O.t.t.t. (Future)

  • had gedwarsboomd
  • had gedwarsboomd
  • had gedwarsboomd
  • had gedwarsboomd
  • hadden gedwarsboomd
  • hadden gedwarsboomd
  • hadden gedwarsboomd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gedwarsboomd
  • hebt gedwarsboomd
  • heeft gedwarsboomd
  • hebt gedwarsboomd
  • hebben gedwarsboomd
  • hebben gedwarsboomd
  • hebben gedwarsboomd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gedwarsboomd hebben
  • zult gedwarsboomd hebben
  • zal gedwarsboomd hebben
  • zult gedwarsboomd hebben
  • zult gedwarsboomd hebben
  • zullen gedwarsboomd hebben
  • zullen gedwarsboomd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gedwarsboomd hebben
  • zou gedwarsboomd hebben
  • zou gedwarsboomd hebben
  • zou gedwarsboomd hebben
  • zouden gedwarsboomd hebben
  • zouden gedwarsboomd hebben
  • zouden gedwarsboomd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gedwarsboomd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gedwarsboomd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gedwarsboomd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gedwarsboomd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gedwarsboomd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gedwarsboomd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gedwarsboomd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gedwarsboomd zijn
  •