INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- bruineerde
- bruineerde
- bruineerde
- bruineerde
- bruineerden
- bruineerden
- bruineerden
O.v.t. (Past)
- zal bruineren
- zult bruineren
- zal bruineren
- zult bruineren
- zult bruineren
- zullen bruineren
- zullen bruineren
O.t.t.t. (Future)
- had gebruineerd
- had gebruineerd
- had gebruineerd
- had gebruineerd
- hadden gebruineerd
- hadden gebruineerd
- hadden gebruineerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gebruineerd
- hebt gebruineerd
- heeft gebruineerd
- hebt gebruineerd
- hebben gebruineerd
- hebben gebruineerd
- hebben gebruineerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gebruineerd hebben
- zult gebruineerd hebben
- zal gebruineerd hebben
- zult gebruineerd hebben
- zult gebruineerd hebben
- zullen gebruineerd hebben
- zullen gebruineerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gebruineerd hebben
- zou gebruineerd hebben
- zou gebruineerd hebben
- zou gebruineerd hebben
- zouden gebruineerd hebben
- zouden gebruineerd hebben
- zouden gebruineerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gebruineerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gebruineerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)