INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- bowlde
- bowlde
- bowlde
- bowlde
- bowlden
- bowlden
- bowlden
O.v.t. (Past)
- zal bowlen
- zult bowlen
- zal bowlen
- zult bowlen
- zult bowlen
- zullen bowlen
- zullen bowlen
O.t.t.t. (Future)
- had gebowld
- had gebowld
- had gebowld
- had gebowld
- hadden gebowld
- hadden gebowld
- hadden gebowld
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gebowld
- hebt gebowld
- heeft gebowld
- hebt gebowld
- hebben gebowld
- hebben gebowld
- hebben gebowld
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gebowld hebben
- zult gebowld hebben
- zal gebowld hebben
- zult gebowld hebben
- zult gebowld hebben
- zullen gebowld hebben
- zullen gebowld hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gebowld hebben
- zou gebowld hebben
- zou gebowld hebben
- zou gebowld hebben
- zouden gebowld hebben
- zouden gebowld hebben
- zouden gebowld hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)