INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- belde
- belde
- belde
- belde
- belden
- belden
- belden
O.v.t. (Past)
- zal bellen
- zult bellen
- zal bellen
- zult bellen
- zult bellen
- zullen bellen
- zullen bellen
O.t.t.t. (Future)
- had gebeld
- had gebeld
- had gebeld
- had gebeld
- hadden gebeld
- hadden gebeld
- hadden gebeld
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gebeld
- hebt gebeld
- heeft gebeld
- hebt gebeld
- hebben gebeld
- hebben gebeld
- hebben gebeld
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gebeld hebben
- zult gebeld hebben
- zal gebeld hebben
- zult gebeld hebben
- zult gebeld hebben
- zullen gebeld hebben
- zullen gebeld hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gebeld hebben
- zou gebeld hebben
- zou gebeld hebben
- zou gebeld hebben
- zouden gebeld hebben
- zouden gebeld hebben
- zouden gebeld hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)