INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- bekeerde
- bekeerde
- bekeerde
- bekeerde
- bekeerden
- bekeerden
- bekeerden
O.v.t. (Past)
- zal bekeren
- zult bekeren
- zal bekeren
- zult bekeren
- zult bekeren
- zullen bekeren
- zullen bekeren
O.t.t.t. (Future)
- had bekeerd
- had bekeerd
- had bekeerd
- had bekeerd
- hadden bekeerd
- hadden bekeerd
- hadden bekeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb bekeerd
- hebt bekeerd
- heeft bekeerd
- hebt bekeerd
- hebben bekeerd
- hebben bekeerd
- hebben bekeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal bekeerd hebben
- zult bekeerd hebben
- zal bekeerd hebben
- zult bekeerd hebben
- zult bekeerd hebben
- zullen bekeerd hebben
- zullen bekeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou bekeerd hebben
- zou bekeerd hebben
- zou bekeerd hebben
- zou bekeerd hebben
- zouden bekeerd hebben
- zouden bekeerd hebben
- zouden bekeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)