INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- associeerde
- associeerde
- associeerde
- associeerde
- associeerden
- associeerden
- associeerden
O.v.t. (Past)
- zal associëren
- zult associëren
- zal associëren
- zult associëren
- zult associëren
- zullen associëren
- zullen associëren
O.t.t.t. (Future)
- had geassocieerd
- had geassocieerd
- had geassocieerd
- had geassocieerd
- hadden geassocieerd
- hadden geassocieerd
- hadden geassocieerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geassocieerd
- hebt geassocieerd
- heeft geassocieerd
- hebt geassocieerd
- hebben geassocieerd
- hebben geassocieerd
- hebben geassocieerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geassocieerd hebben
- zult geassocieerd hebben
- zal geassocieerd hebben
- zult geassocieerd hebben
- zult geassocieerd hebben
- zullen geassocieerd hebben
- zullen geassocieerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geassocieerd hebben
- zou geassocieerd hebben
- zou geassocieerd hebben
- zou geassocieerd hebben
- zouden geassocieerd hebben
- zouden geassocieerd hebben
- zouden geassocieerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geassocieerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geassocieerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)