NL.png archiveren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • archiveren

O.t.t. (Present)

  • archiveerde
  • archiveerde
  • archiveerde
  • archiveerde
  • archiveerden
  • archiveerden
  • archiveerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal archiveren
  • zult archiveren
  • zal archiveren
  • zult archiveren
  • zult archiveren
  • zullen archiveren
  • zullen archiveren

O.t.t.t. (Future)

  • had gearchiveerd
  • had gearchiveerd
  • had gearchiveerd
  • had gearchiveerd
  • hadden gearchiveerd
  • hadden gearchiveerd
  • hadden gearchiveerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gearchiveerd
  • hebt gearchiveerd
  • heeft gearchiveerd
  • hebt gearchiveerd
  • hebben gearchiveerd
  • hebben gearchiveerd
  • hebben gearchiveerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gearchiveerd hebben
  • zult gearchiveerd hebben
  • zal gearchiveerd hebben
  • zult gearchiveerd hebben
  • zult gearchiveerd hebben
  • zullen gearchiveerd hebben
  • zullen gearchiveerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gearchiveerd hebben
  • zou gearchiveerd hebben
  • zou gearchiveerd hebben
  • zou gearchiveerd hebben
  • zouden gearchiveerd hebben
  • zouden gearchiveerd hebben
  • zouden gearchiveerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gearchiveerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gearchiveerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gearchiveerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gearchiveerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gearchiveerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gearchiveerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gearchiveerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gearchiveerd zijn
  •