INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- arbitreerde
- arbitreerde
- arbitreerde
- arbitreerde
- arbitreerden
- arbitreerden
- arbitreerden
O.v.t. (Past)
- zal arbitreren
- zult arbitreren
- zal arbitreren
- zult arbitreren
- zult arbitreren
- zullen arbitreren
- zullen arbitreren
O.t.t.t. (Future)
- had gearbitreerd
- had gearbitreerd
- had gearbitreerd
- had gearbitreerd
- hadden gearbitreerd
- hadden gearbitreerd
- hadden gearbitreerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gearbitreerd
- hebt gearbitreerd
- heeft gearbitreerd
- hebt gearbitreerd
- hebben gearbitreerd
- hebben gearbitreerd
- hebben gearbitreerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gearbitreerd hebben
- zult gearbitreerd hebben
- zal gearbitreerd hebben
- zult gearbitreerd hebben
- zult gearbitreerd hebben
- zullen gearbitreerd hebben
- zullen gearbitreerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gearbitreerd hebben
- zou gearbitreerd hebben
- zou gearbitreerd hebben
- zou gearbitreerd hebben
- zouden gearbitreerd hebben
- zouden gearbitreerd hebben
- zouden gearbitreerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gearbitreerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gearbitreerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)