INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- monsterde
- monsterde
- monsterde
- monsterde
- monsterden
- monsterden
- monsterden
O.v.t. (Past)
- zal monsteren
- zult monsteren
- zal monsteren
- zult monsteren
- zult monsteren
- zullen monsteren
- zullen monsteren
O.t.t.t. (Future)
- had gemonsterd
- had gemonsterd
- had gemonsterd
- had gemonsterd
- hadden gemonsterd
- hadden gemonsterd
- hadden gemonsterd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemonsterd
- hebt gemonsterd
- heeft gemonsterd
- hebt gemonsterd
- hebben gemonsterd
- hebben gemonsterd
- hebben gemonsterd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemonsterd hebben
- zult gemonsterd hebben
- zal gemonsterd hebben
- zult gemonsterd hebben
- zult gemonsterd hebben
- zullen gemonsterd hebben
- zullen gemonsterd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemonsterd hebben
- zou gemonsterd hebben
- zou gemonsterd hebben
- zou gemonsterd hebben
- zouden gemonsterd hebben
- zouden gemonsterd hebben
- zouden gemonsterd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)