INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- molesteerde
- molesteerde
- molesteerde
- molesteerde
- molesteerden
- molesteerden
- molesteerden
O.v.t. (Past)
- zal molesteren
- zult molesteren
- zal molesteren
- zult molesteren
- zult molesteren
- zullen molesteren
- zullen molesteren
O.t.t.t. (Future)
- had gemolesteerd
- had gemolesteerd
- had gemolesteerd
- had gemolesteerd
- hadden gemolesteerd
- hadden gemolesteerd
- hadden gemolesteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemolesteerd
- hebt gemolesteerd
- heeft gemolesteerd
- hebt gemolesteerd
- hebben gemolesteerd
- hebben gemolesteerd
- hebben gemolesteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemolesteerd hebben
- zult gemolesteerd hebben
- zal gemolesteerd hebben
- zult gemolesteerd hebben
- zult gemolesteerd hebben
- zullen gemolesteerd hebben
- zullen gemolesteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemolesteerd hebben
- zou gemolesteerd hebben
- zou gemolesteerd hebben
- zou gemolesteerd hebben
- zouden gemolesteerd hebben
- zouden gemolesteerd hebben
- zouden gemolesteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gemolesteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gemolesteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)