INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• modereren

O.t.t. (Present)

• modereerde
• modereerde
• modereerde
• modereerde
• modereerden
• modereerden
• modereerden

O.v.t. (Past)

• zal modereren
• zult modereren
• zal modereren
• zult modereren
• zult modereren
• zullen modereren
• zullen modereren

O.t.t.t. (Future)

• had gemodereerd
• had gemodereerd
• had gemodereerd
• had gemodereerd
• hadden gemodereerd
• hadden gemodereerd
• hadden gemodereerd

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gemodereerd
• hebt gemodereerd
• heeft gemodereerd
• hebt gemodereerd
• hebben gemodereerd
• hebben gemodereerd
• hebben gemodereerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gemodereerd hebben
• zult gemodereerd hebben
• zal gemodereerd hebben
• zult gemodereerd hebben
• zult gemodereerd hebben
• zullen gemodereerd hebben
• zullen gemodereerd hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gemodereerd hebben
• zou gemodereerd hebben
• zou gemodereerd hebben
• zou gemodereerd hebben
• zouden gemodereerd hebben
• zouden gemodereerd hebben
• zouden gemodereerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gemodereerd
•  

O.v.t. (Past)

• worden gemodereerd
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gemodereerd worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gemodereerd worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gemodereerd
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gemodereerd
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gemodereerd zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gemodereerd zijn
•