NL.png modelleren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • modelleren

O.t.t. (Present)

  • modelleerde
  • modelleerde
  • modelleerde
  • modelleerde
  • modelleerden
  • modelleerden
  • modelleerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal modelleren
  • zult modelleren
  • zal modelleren
  • zult modelleren
  • zult modelleren
  • zullen modelleren
  • zullen modelleren

O.t.t.t. (Future)

  • had gemodelleerd
  • had gemodelleerd
  • had gemodelleerd
  • had gemodelleerd
  • hadden gemodelleerd
  • hadden gemodelleerd
  • hadden gemodelleerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gemodelleerd
  • hebt gemodelleerd
  • heeft gemodelleerd
  • hebt gemodelleerd
  • hebben gemodelleerd
  • hebben gemodelleerd
  • hebben gemodelleerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gemodelleerd hebben
  • zult gemodelleerd hebben
  • zal gemodelleerd hebben
  • zult gemodelleerd hebben
  • zult gemodelleerd hebben
  • zullen gemodelleerd hebben
  • zullen gemodelleerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gemodelleerd hebben
  • zou gemodelleerd hebben
  • zou gemodelleerd hebben
  • zou gemodelleerd hebben
  • zouden gemodelleerd hebben
  • zouden gemodelleerd hebben
  • zouden gemodelleerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gemodelleerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gemodelleerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gemodelleerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gemodelleerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gemodelleerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gemodelleerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gemodelleerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gemodelleerd zijn
  •