INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- mobiliseerde
- mobiliseerde
- mobiliseerde
- mobiliseerde
- mobiliseerden
- mobiliseerden
- mobiliseerden
O.v.t. (Past)
- zal mobiliseren
- zult mobiliseren
- zal mobiliseren
- zult mobiliseren
- zult mobiliseren
- zullen mobiliseren
- zullen mobiliseren
O.t.t.t. (Future)
- had gemobiliseerd
- had gemobiliseerd
- had gemobiliseerd
- had gemobiliseerd
- hadden gemobiliseerd
- hadden gemobiliseerd
- hadden gemobiliseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemobiliseerd
- hebt gemobiliseerd
- heeft gemobiliseerd
- hebt gemobiliseerd
- hebben gemobiliseerd
- hebben gemobiliseerd
- hebben gemobiliseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemobiliseerd hebben
- zult gemobiliseerd hebben
- zal gemobiliseerd hebben
- zult gemobiliseerd hebben
- zult gemobiliseerd hebben
- zullen gemobiliseerd hebben
- zullen gemobiliseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemobiliseerd hebben
- zou gemobiliseerd hebben
- zou gemobiliseerd hebben
- zou gemobiliseerd hebben
- zouden gemobiliseerd hebben
- zouden gemobiliseerd hebben
- zouden gemobiliseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gemobiliseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gemobiliseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gemobiliseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gemobiliseerd zijn
-