INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- miskende
- miskende
- miskende
- miskende
- miskenden
- miskenden
- miskenden
O.v.t. (Past)
- zal miskennen
- zult miskennen
- zal miskennen
- zult miskennen
- zult miskennen
- zullen miskennen
- zullen miskennen
O.t.t.t. (Future)
- had miskend
- had miskend
- had miskend
- had miskend
- hadden miskend
- hadden miskend
- hadden miskend
O.v.t.t. (Condicional)
- heb miskend
- hebt miskend
- heeft miskend
- hebt miskend
- hebben miskend
- hebben miskend
- hebben miskend
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal miskend hebben
- zult miskend hebben
- zal miskend hebben
- zult miskend hebben
- zult miskend hebben
- zullen miskend hebben
- zullen miskend hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou miskend hebben
- zou miskend hebben
- zou miskend hebben
- zou miskend hebben
- zouden miskend hebben
- zouden miskend hebben
- zouden miskend hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)