INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- mijnherde
- mijnherde
- mijnheerde
- mijnherde
- mijnheerden
- mijnheerden
- mijnheerden
O.v.t. (Past)
- zal mijnheren
- zult mijnheren
- zal mijnheren
- zult mijnheren
- zult mijnheren
- zullen mijnheren
- zullen mijnheren
O.t.t.t. (Future)
- had gemijnheerd
- had gemijnheerd
- had gemijnheerd
- had gemijnheerd
- hadden gemijnheerd
- hadden gemijnheerd
- hadden gemijnheerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemijnheerd
- hebt gemijnheerd
- heeft gemijnheerd
- hebt gemijnheerd
- hebben gemijnheerd
- hebben gemijnheerd
- hebben gemijnheerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemijnheerd hebben
- zult gemijnheerd hebben
- zal gemijnheerd hebben
- zult gemijnheerd hebben
- zult gemijnheerd hebben
- zullen gemijnheerd hebben
- zullen gemijnheerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemijnheerd hebben
- zou gemijnheerd hebben
- zou gemijnheerd hebben
- zou gemijnheerd hebben
- zouden gemijnheerd hebben
- zouden gemijnheerd hebben
- zouden gemijnheerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gemijnheerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gemijnheerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)