NL.png mijnheren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • mijnheren

O.t.t. (Present)

  • mijnherde
  • mijnherde
  • mijnheerde
  • mijnherde
  • mijnheerden
  • mijnheerden
  • mijnheerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal mijnheren
  • zult mijnheren
  • zal mijnheren
  • zult mijnheren
  • zult mijnheren
  • zullen mijnheren
  • zullen mijnheren

O.t.t.t. (Future)

  • had gemijnheerd
  • had gemijnheerd
  • had gemijnheerd
  • had gemijnheerd
  • hadden gemijnheerd
  • hadden gemijnheerd
  • hadden gemijnheerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gemijnheerd
  • hebt gemijnheerd
  • heeft gemijnheerd
  • hebt gemijnheerd
  • hebben gemijnheerd
  • hebben gemijnheerd
  • hebben gemijnheerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gemijnheerd hebben
  • zult gemijnheerd hebben
  • zal gemijnheerd hebben
  • zult gemijnheerd hebben
  • zult gemijnheerd hebben
  • zullen gemijnheerd hebben
  • zullen gemijnheerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gemijnheerd hebben
  • zou gemijnheerd hebben
  • zou gemijnheerd hebben
  • zou gemijnheerd hebben
  • zouden gemijnheerd hebben
  • zouden gemijnheerd hebben
  • zouden gemijnheerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gemijnheerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gemijnheerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gemijnheerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gemijnheerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gemijnheerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gemijnheerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gemijnheerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gemijnheerd zijn
  •