NL.png middelen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • middelen

O.t.t. (Present)

  • middelde
  • middelde
  • middelde
  • middelde
  • middelden
  • middelden
  • middelden
 

O.v.t. (Past)

  • zal middelen
  • zult middelen
  • zal middelen
  • zult middelen
  • zult middelen
  • zullen middelen
  • zullen middelen

O.t.t.t. (Future)

  • had gemiddeld
  • had gemiddeld
  • had gemiddeld
  • had gemiddeld
  • hadden gemiddeld
  • hadden gemiddeld
  • hadden gemiddeld
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gemiddeld
  • hebt gemiddeld
  • heeft gemiddeld
  • hebt gemiddeld
  • hebben gemiddeld
  • hebben gemiddeld
  • hebben gemiddeld

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gemiddeld hebben
  • zult gemiddeld hebben
  • zal gemiddeld hebben
  • zult gemiddeld hebben
  • zult gemiddeld hebben
  • zullen gemiddeld hebben
  • zullen gemiddeld hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gemiddeld hebben
  • zou gemiddeld hebben
  • zou gemiddeld hebben
  • zou gemiddeld hebben
  • zouden gemiddeld hebben
  • zouden gemiddeld hebben
  • zouden gemiddeld hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gemiddeld
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gemiddeld
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gemiddeld worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gemiddeld worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gemiddeld
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gemiddeld
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gemiddeld zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gemiddeld zijn
  •