NL.png mentioneren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • mentioneren

O.t.t. (Present)

  • mentioneerde
  • mentioneerde
  • mentioneerde
  • mentioneerde
  • mentioneerden
  • mentioneerden
  • mentioneerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal mentioneren
  • zult mentioneren
  • zal mentioneren
  • zult mentioneren
  • zult mentioneren
  • zullen mentioneren
  • zullen mentioneren

O.t.t.t. (Future)

  • had gementioneerd
  • had gementioneerd
  • had gementioneerd
  • had gementioneerd
  • hadden gementioneerd
  • hadden gementioneerd
  • hadden gementioneerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gementioneerd
  • hebt gementioneerd
  • heeft gementioneerd
  • hebt gementioneerd
  • hebben gementioneerd
  • hebben gementioneerd
  • hebben gementioneerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gementioneerd hebben
  • zult gementioneerd hebben
  • zal gementioneerd hebben
  • zult gementioneerd hebben
  • zult gementioneerd hebben
  • zullen gementioneerd hebben
  • zullen gementioneerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gementioneerd hebben
  • zou gementioneerd hebben
  • zou gementioneerd hebben
  • zou gementioneerd hebben
  • zouden gementioneerd hebben
  • zouden gementioneerd hebben
  • zouden gementioneerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gementioneerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gementioneerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gementioneerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gementioneerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gementioneerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gementioneerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gementioneerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gementioneerd zijn
  •