INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- molk
- molk
- molkte
- molk
- molkten
- molkten
- molkten
O.v.t. (Past)
- zal melken
- zult melken
- zal melken
- zult melken
- zult melken
- zullen melken
- zullen melken
O.t.t.t. (Future)
- had gemolken
- had gemolken
- had gemolken
- had gemolken
- hadden gemolken
- hadden gemolken
- hadden gemolken
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemolken
- hebt gemolken
- heeft gemolken
- hebt gemolken
- hebben gemolken
- hebben gemolken
- hebben gemolken
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemolken hebben
- zult gemolken hebben
- zal gemolken hebben
- zult gemolken hebben
- zult gemolken hebben
- zullen gemolken hebben
- zullen gemolken hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemolken hebben
- zou gemolken hebben
- zou gemolken hebben
- zou gemolken hebben
- zouden gemolken hebben
- zouden gemolken hebben
- zouden gemolken hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)