INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- *
- *
- meanderde
- *
- *
- *
- meanderden
O.v.t. (Past)
- *
- *
- zal meanderen
- *
- *
- *
- zullen meanderen
O.t.t.t. (Future)
- *
- had gemeanderd
- had gemeanderd
- *
- *
- *
- hadden gemeanderd
O.v.t.t. (Condicional)
- *
- *
- heeft gemeanderd
- *
- *
- *
- hebben gemeanderd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- *
- *
- zal gemeanderd hebben
- *
- *
- *
- zullen gemeanderd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- *
- *
- zou gemeanderd hebben
- *
- *
- *
- zouden gemeanderd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)