INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- manoeuvreerde
- manoeuvreerde
- manoeuvreerde
- manoeuvreerde
- manoeuvreerden
- manoeuvreerden
- manoeuvreerden
O.v.t. (Past)
- zal manoeuvreren
- zult manoeuvreren
- zal manoeuvreren
- zult manoeuvreren
- zult manoeuvreren
- zullen manoeuvreren
- zullen manoeuvreren
O.t.t.t. (Future)
- had gemanoeuvreerd
- had gemanoeuvreerd
- had gemanoeuvreerd
- had gemanoeuvreerd
- hadden gemanoeuvreerd
- hadden gemanoeuvreerd
- hadden gemanoeuvreerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemanoeuvreerd
- hebt gemanoeuvreerd
- heeft gemanoeuvreerd
- hebt gemanoeuvreerd
- hebben gemanoeuvreerd
- hebben gemanoeuvreerd
- hebben gemanoeuvreerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemanoeuvreerd hebben
- zult gemanoeuvreerd hebben
- zal gemanoeuvreerd hebben
- zult gemanoeuvreerd hebben
- zult gemanoeuvreerd hebben
- zullen gemanoeuvreerd hebben
- zullen gemanoeuvreerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemanoeuvreerd hebben
- zou gemanoeuvreerd hebben
- zou gemanoeuvreerd hebben
- zou gemanoeuvreerd hebben
- zouden gemanoeuvreerd hebben
- zouden gemanoeuvreerd hebben
- zouden gemanoeuvreerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gemanoeuvreerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gemanoeuvreerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gemanoeuvreerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gemanoeuvreerd zijn
-