NL.png managen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • managen

O.t.t. (Present)

  • managede
  • managede
  • managede
  • managede
  • manageden
  • manageden
  • manageden
 

O.v.t. (Past)

  • zal managen
  • zult managen
  • zal managen
  • zult managen
  • zult managen
  • zullen managen
  • zullen managen

O.t.t.t. (Future)

  • had gemanaged
  • had gemanaged
  • had gemanaged
  • had gemanaged
  • hadden gemanaged
  • hadden gemanaged
  • hadden gemanaged
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gemanaged
  • hebt gemanaged
  • heeft gemanaged
  • hebt gemanaged
  • hebben gemanaged
  • hebben gemanaged
  • hebben gemanaged

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gemanaged hebben
  • zult gemanaged hebben
  • zal gemanaged hebben
  • zult gemanaged hebben
  • zult gemanaged hebben
  • zullen gemanaged hebben
  • zullen gemanaged hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gemanaged hebben
  • zou gemanaged hebben
  • zou gemanaged hebben
  • zou gemanaged hebben
  • zouden gemanaged hebben
  • zouden gemanaged hebben
  • zouden gemanaged hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gemanaged
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gemanaged
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gemanaged worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gemanaged worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gemanaged
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gemanaged
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gemanaged zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gemanaged zijn
  •