INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- magnetiseerde
- magnetiseerde
- magnetiseerde
- magnetiseerde
- magnetiseerden
- magnetiseerden
- magnetiseerden
O.v.t. (Past)
- zal magnetiseren
- zult magnetiseren
- zal magnetiseren
- zult magnetiseren
- zult magnetiseren
- zullen magnetiseren
- zullen magnetiseren
O.t.t.t. (Future)
- had gemagnetiseerd
- had gemagnetiseerd
- had gemagnetiseerd
- had gemagnetiseerd
- hadden gemagnetiseerd
- hadden gemagnetiseerd
- hadden gemagnetiseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemagnetiseerd
- hebt gemagnetiseerd
- heeft gemagnetiseerd
- hebt gemagnetiseerd
- hebben gemagnetiseerd
- hebben gemagnetiseerd
- hebben gemagnetiseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemagnetiseerd hebben
- zult gemagnetiseerd hebben
- zal gemagnetiseerd hebben
- zult gemagnetiseerd hebben
- zult gemagnetiseerd hebben
- zullen gemagnetiseerd hebben
- zullen gemagnetiseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemagnetiseerd hebben
- zou gemagnetiseerd hebben
- zou gemagnetiseerd hebben
- zou gemagnetiseerd hebben
- zouden gemagnetiseerd hebben
- zouden gemagnetiseerd hebben
- zouden gemagnetiseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gemagnetiseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gemagnetiseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gemagnetiseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gemagnetiseerd zijn
-