INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- maaide
- maaide
- maaide
- maaide
- maaiden
- maaiden
- maaiden
O.v.t. (Past)
- zal maaien
- zult maaien
- zal maaien
- zult maaien
- zult maaien
- zullen maaien
- zullen maaien
O.t.t.t. (Future)
- had gemaaid
- had gemaaid
- had gemaaid
- had gemaaid
- hadden gemaaid
- hadden gemaaid
- hadden gemaaid
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemaaid
- hebt gemaaid
- heeft gemaaid
- hebt gemaaid
- hebben gemaaid
- hebben gemaaid
- hebben gemaaid
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemaaid hebben
- zult gemaaid hebben
- zal gemaaid hebben
- zult gemaaid hebben
- zult gemaaid hebben
- zullen gemaaid hebben
- zullen gemaaid hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemaaid hebben
- zou gemaaid hebben
- zou gemaaid hebben
- zou gemaaid hebben
- zouden gemaaid hebben
- zouden gemaaid hebben
- zouden gemaaid hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)