INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- lootte
- lootte
- lootte
- lootte
- lootten
- lootten
- lootten
O.v.t. (Past)
- zal loten
- zult loten
- zal loten
- zult loten
- zult loten
- zullen loten
- zullen loten
O.t.t.t. (Future)
- had geloot
- had geloot
- had geloot
- had geloot
- hadden geloot
- hadden geloot
- hadden geloot
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geloot
- hebt geloot
- heeft geloot
- hebt geloot
- hebben geloot
- hebben geloot
- hebben geloot
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geloot hebben
- zult geloot hebben
- zal geloot hebben
- zult geloot hebben
- zult geloot hebben
- zullen geloot hebben
- zullen geloot hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geloot hebben
- zou geloot hebben
- zou geloot hebben
- zou geloot hebben
- zouden geloot hebben
- zouden geloot hebben
- zouden geloot hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)