NL.png logenstraffen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • logenstraffen

O.t.t. (Present)

  • logenstrafte
  • logenstrafte
  • logenstrafte
  • logenstrafte
  • logenstraften
  • logenstraften
  • logenstraften
 

O.v.t. (Past)

  • zal logenstraffen
  • zult logenstraffen
  • zal logenstraffen
  • zult logenstraffen
  • zult logenstraffen
  • zullen logenstraffen
  • zullen logenstraffen

O.t.t.t. (Future)

  • had gelogenstraft
  • had gelogenstraft
  • had gelogenstraft
  • had gelogenstraft
  • hadden gelogenstraft
  • hadden gelogenstraft
  • hadden gelogenstraft
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gelogenstraft
  • hebt gelogenstraft
  • heeft gelogenstraft
  • hebt gelogenstraft
  • hebben gelogenstraft
  • hebben gelogenstraft
  • hebben gelogenstraft

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gelogenstraft hebben
  • zult gelogenstraft hebben
  • zal gelogenstraft hebben
  • zult gelogenstraft hebben
  • zult gelogenstraft hebben
  • zullen gelogenstraft hebben
  • zullen gelogenstraft hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gelogenstraft hebben
  • zou gelogenstraft hebben
  • zou gelogenstraft hebben
  • zou gelogenstraft hebben
  • zouden gelogenstraft hebben
  • zouden gelogenstraft hebben
  • zouden gelogenstraft hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gelogenstraft
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gelogenstraft
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gelogenstraft worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gelogenstraft worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gelogenstraft
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gelogenstraft
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gelogenstraft zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gelogenstraft zijn
  •