INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- loeroogde
- loeroogde
- loeroogde
- loeroogde
- loeroogden
- loeroogden
- loeroogden
O.v.t. (Past)
- zal loerogen
- zult loerogen
- zal loerogen
- zult loerogen
- zult loerogen
- zullen loerogen
- zullen loerogen
O.t.t.t. (Future)
- had geloeroogd
- had geloeroogd
- had geloeroogd
- had geloeroogd
- hadden geloeroogd
- hadden geloeroogd
- hadden geloeroogd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geloeroogd
- hebt geloeroogd
- heeft geloeroogd
- hebt geloeroogd
- hebben geloeroogd
- hebben geloeroogd
- hebben geloeroogd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geloeroogd hebben
- zult geloeroogd hebben
- zal geloeroogd hebben
- zult geloeroogd hebben
- zult geloeroogd hebben
- zullen geloeroogd hebben
- zullen geloeroogd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geloeroogd hebben
- zou geloeroogd hebben
- zou geloeroogd hebben
- zou geloeroogd hebben
- zouden geloeroogd hebben
- zouden geloeroogd hebben
- zouden geloeroogd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)