INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• lanterfanten

O.t.t. (Present)

• lanterfantte
• lanterfantte
• lanterfantte
• lanterfantte
• lanterfantten
• lanterfantten
• lanterfantten

O.v.t. (Past)

• zal lanterfanten
• zult lanterfanten
• zal lanterfanten
• zult lanterfanten
• zult lanterfanten
• zullen lanterfanten
• zullen lanterfanten

O.t.t.t. (Future)

• had gelanterfant
• had gelanterfant
• had gelanterfant
• had gelanterfant
• hadden gelanterfant
• hadden gelanterfant
• hadden gelanterfant

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gelanterfant
• hebt gelanterfant
• heeft gelanterfant
• hebt gelanterfant
• hebben gelanterfant
• hebben gelanterfant
• hebben gelanterfant

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gelanterfant hebben
• zult gelanterfant hebben
• zal gelanterfant hebben
• zult gelanterfant hebben
• zult gelanterfant hebben
• zullen gelanterfant hebben
• zullen gelanterfant hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gelanterfant hebben
• zou gelanterfant hebben
• zou gelanterfant hebben
• zou gelanterfant hebben
• zouden gelanterfant hebben
• zouden gelanterfant hebben
• zouden gelanterfant hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• *
•  

O.v.t. (Past)

• *
•  

O.t.t.t. (Future)

• *
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• *
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• *
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• *
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• *
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• *
•