INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- laboreerde
- laboreerde
- laboreerde
- laboreerde
- laboreerden
- laboreerden
- laboreerden
O.v.t. (Past)
- zal laboreren
- zult laboreren
- zal laboreren
- zult laboreren
- zult laboreren
- zullen laboreren
- zullen laboreren
O.t.t.t. (Future)
- had gelaboreerd
- had gelaboreerd
- had gelaboreerd
- had gelaboreerd
- hadden gelaboreerd
- hadden gelaboreerd
- hadden gelaboreerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gelaboreerd
- hebt gelaboreerd
- heeft gelaboreerd
- hebt gelaboreerd
- hebben gelaboreerd
- hebben gelaboreerd
- hebben gelaboreerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gelaboreerd hebben
- zult gelaboreerd hebben
- zal gelaboreerd hebben
- zult gelaboreerd hebben
- zult gelaboreerd hebben
- zullen gelaboreerd hebben
- zullen gelaboreerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gelaboreerd hebben
- zou gelaboreerd hebben
- zou gelaboreerd hebben
- zou gelaboreerd hebben
- zouden gelaboreerd hebben
- zouden gelaboreerd hebben
- zouden gelaboreerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gelaboreerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gelaboreerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)