NL.png kwekken

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • kwekken

O.t.t. (Present)

  • kwekte
  • kwekte
  • kwekte
  • kwekte
  • kwekten
  • kwekten
  • kwekten
 

O.v.t. (Past)

  • zal kwekken
  • zult kwekken
  • zal kwekken
  • zult kwekken
  • zult kwekken
  • zullen kwekken
  • zullen kwekken

O.t.t.t. (Future)

  • had gekwekt
  • had gekwekt
  • had gekwekt
  • had gekwekt
  • hadden gekwekt
  • hadden gekwekt
  • hadden gekwekt
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gekwekt
  • hebt gekwekt
  • heeft gekwekt
  • hebt gekwekt
  • hebben gekwekt
  • hebben gekwekt
  • hebben gekwekt

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gekwekt hebben
  • zult gekwekt hebben
  • zal gekwekt hebben
  • zult gekwekt hebben
  • zult gekwekt hebben
  • zullen gekwekt hebben
  • zullen gekwekt hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gekwekt hebben
  • zou gekwekt hebben
  • zou gekwekt hebben
  • zou gekwekt hebben
  • zouden gekwekt hebben
  • zouden gekwekt hebben
  • zouden gekwekt hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • *
  •  

O.v.t. (Past)

  • *
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • *
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • *
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • *
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • *
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • *
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • *
  •