NL.png kwantificeren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • kwantificeren

O.t.t. (Present)

  • kwantificeerde
  • kwantificeerde
  • kwantificeerde
  • kwantificeerde
  • kwantificeerden
  • kwantificeerden
  • kwantificeerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal kwantificeren
  • zult kwantificeren
  • zal kwantificeren
  • zult kwantificeren
  • zult kwantificeren
  • zullen kwantificeren
  • zullen kwantificeren

O.t.t.t. (Future)

  • had gekwantificeerd
  • had gekwantificeerd
  • had gekwantificeerd
  • had gekwantificeerd
  • hadden gekwantificeerd
  • hadden gekwantificeerd
  • hadden gekwantificeerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gekwantificeerd
  • hebt gekwantificeerd
  • heeft gekwantificeerd
  • hebt gekwantificeerd
  • hebben gekwantificeerd
  • hebben gekwantificeerd
  • hebben gekwantificeerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gekwantificeerd hebben
  • zult gekwantificeerd hebben
  • zal gekwantificeerd hebben
  • zult gekwantificeerd hebben
  • zult gekwantificeerd hebben
  • zullen gekwantificeerd hebben
  • zullen gekwantificeerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gekwantificeerd hebben
  • zou gekwantificeerd hebben
  • zou gekwantificeerd hebben
  • zou gekwantificeerd hebben
  • zouden gekwantificeerd hebben
  • zouden gekwantificeerd hebben
  • zouden gekwantificeerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gekwantificeerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gekwantificeerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gekwantificeerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gekwantificeerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gekwantificeerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gekwantificeerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gekwantificeerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gekwantificeerd zijn
  •