INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- kuimde
- kuimde
- kuimde
- kuimde
- kuimden
- kuimden
- kuimden
O.v.t. (Past)
- zal kuimen
- zult kuimen
- zal kuimen
- zult kuimen
- zult kuimen
- zullen kuimen
- zullen kuimen
O.t.t.t. (Future)
- had gekuimd
- had gekuimd
- had gekuimd
- had gekuimd
- hadden gekuimd
- hadden gekuimd
- hadden gekuimd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekuimd
- hebt gekuimd
- heeft gekuimd
- hebt gekuimd
- hebben gekuimd
- hebben gekuimd
- hebben gekuimd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekuimd hebben
- zult gekuimd hebben
- zal gekuimd hebben
- zult gekuimd hebben
- zult gekuimd hebben
- zullen gekuimd hebben
- zullen gekuimd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekuimd hebben
- zou gekuimd hebben
- zou gekuimd hebben
- zou gekuimd hebben
- zouden gekuimd hebben
- zouden gekuimd hebben
- zouden gekuimd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)