INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- kroonde
- kroonde
- kroonde
- kroonde
- kroonden
- kroonden
- kroonden
O.v.t. (Past)
- zal kronen
- zult kronen
- zal kronen
- zult kronen
- zult kronen
- zullen kronen
- zullen kronen
O.t.t.t. (Future)
- had gekroond
- had gekroond
- had gekroond
- had gekroond
- hadden gekroond
- hadden gekroond
- hadden gekroond
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekroond
- hebt gekroond
- heeft gekroond
- hebt gekroond
- hebben gekroond
- hebben gekroond
- hebben gekroond
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekroond hebben
- zult gekroond hebben
- zal gekroond hebben
- zult gekroond hebben
- zult gekroond hebben
- zullen gekroond hebben
- zullen gekroond hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekroond hebben
- zou gekroond hebben
- zou gekroond hebben
- zou gekroond hebben
- zouden gekroond hebben
- zouden gekroond hebben
- zouden gekroond hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)