INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- krijtte
- krijtte
- krijtte
- krijtte
- krijtten
- krijtten
- krijtten
O.v.t. (Past)
- zal krijten
- zult krijten
- zal krijten
- zult krijten
- zult krijten
- zullen krijten
- zullen krijten
O.t.t.t. (Future)
- had gekrijt
- had gekrijt
- had gekrijt
- had gekrijt
- hadden gekrijt
- hadden gekrijt
- hadden gekrijt
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekrijt
- hebt gekrijt
- heeft gekrijt
- hebt gekrijt
- hebben gekrijt
- hebben gekrijt
- hebben gekrijt
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekrijt hebben
- zult gekrijt hebben
- zal gekrijt hebben
- zult gekrijt hebben
- zult gekrijt hebben
- zullen gekrijt hebben
- zullen gekrijt hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekrijt hebben
- zou gekrijt hebben
- zou gekrijt hebben
- zou gekrijt hebben
- zouden gekrijt hebben
- zouden gekrijt hebben
- zouden gekrijt hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)