INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- kreeuwde
- kreeuwde
- kreeuwde
- kreeuwde
- kreeuwden
- kreeuwden
- kreeuwden
O.v.t. (Past)
- zal kreeuwen
- zult kreeuwen
- zal kreeuwen
- zult kreeuwen
- zult kreeuwen
- zullen kreeuwen
- zullen kreeuwen
O.t.t.t. (Future)
- had gekreeuwd
- had gekreeuwd
- had gekreeuwd
- had gekreeuwd
- hadden gekreeuwd
- hadden gekreeuwd
- hadden gekreeuwd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekreeuwd
- hebt gekreeuwd
- heeft gekreeuwd
- hebt gekreeuwd
- hebben gekreeuwd
- hebben gekreeuwd
- hebben gekreeuwd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekreeuwd hebben
- zult gekreeuwd hebben
- zal gekreeuwd hebben
- zult gekreeuwd hebben
- zult gekreeuwd hebben
- zullen gekreeuwd hebben
- zullen gekreeuwd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekreeuwd hebben
- zou gekreeuwd hebben
- zou gekreeuwd hebben
- zou gekreeuwd hebben
- zouden gekreeuwd hebben
- zouden gekreeuwd hebben
- zouden gekreeuwd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)