INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- koketteerde
- koketteerde
- koketteerde
- koketteerde
- koketteerden
- koketteerden
- koketteerden
O.v.t. (Past)
- zal koketteren
- zult koketteren
- zal koketteren
- zult koketteren
- zult koketteren
- zullen koketteren
- zullen koketteren
O.t.t.t. (Future)
- had gekoketteerd
- had gekoketteerd
- had gekoketteerd
- had gekoketteerd
- hadden gekoketteerd
- hadden gekoketteerd
- hadden gekoketteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekoketteerd
- hebt gekoketteerd
- heeft gekoketteerd
- hebt gekoketteerd
- hebben gekoketteerd
- hebben gekoketteerd
- hebben gekoketteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekoketteerd hebben
- zult gekoketteerd hebben
- zal gekoketteerd hebben
- zult gekoketteerd hebben
- zult gekoketteerd hebben
- zullen gekoketteerd hebben
- zullen gekoketteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekoketteerd hebben
- zou gekoketteerd hebben
- zou gekoketteerd hebben
- zou gekoketteerd hebben
- zouden gekoketteerd hebben
- zouden gekoketteerd hebben
- zouden gekoketteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)